Bij het aangaan van een overeenkomst is het noodzaak dat partijen overeenstemming hebben over wat zij over en weer verschuldigd zijn en dat ieders wil in overeenstemming is met wat zij zeggen. De "wil" wordt doorgaans gebaseerd op een "bepaalde voorstelling van zaken". Wanneer iemand iets zegt of doet wat niet in overeenstemming is met wat hij of zij eigenlijk wil, dan is er juridisch gezien sprake van een wilsgebrek.

Het Burgerlijk Wetboek laat zien dat een wilsgebrek zich in de vier verschillende vormen kan manifesteren:

  1. Bedreiging;

  2. Bedrog;

  3. Misbruik van omstandigheden;

  4. Dwaling.


Een voorbeeld van een wilsgebrek is dwaling. Dwaling houdt - kort gezegd - in dat iemand bij een onjuiste voorstelling van zaken een overeenkomst heeft getekend. Indien de persoon in kwestie wel op de hoogte was van de juiste feiten en omstandigheden, dan had dit ertoe geleid dat hij de overeenkomst niet ondertekend had. Wanneer er aan de zijde van de werknemer een wilsgebrek aanwezig is, kan de werknemer de rechter verzoeken om te verklaren dat de arbeidsovereenkomst niet geëindigd is. Als de rechter een dergelijk verzoek honoreert, heeft dit grote gevolgen. De werknemer moet dan namelijk weer toegelaten worden tot zijn werk en de werkgever is verplicht het (achterstallig) loon te betalen.


Voorbeeld

Iemand koopt een stuk grond om daarop zijn droomhuis te (laten) bouwen. Als de koper (na het sluiten van de koopovereenkomst) bij de aanvraag van de bouwvergunning te horen krijgt dat het stuk grond (conform het bestemmingsplan) niet bebouwd mag worden, blijkt dat hij iets heeft gekocht wat hij niet wilde kopen. De koper wilde het stuk grond kopen zodat hij daar zijn droomhuis op kan bouwen en geen stuk grond waarop hij geen huis mag bouwen. Bij een juiste voorstelling van zaken had de koper het stuk grond niet gekocht. Dan is er sprake van een "wilsgebrek".

Een Nederlandse nationale transportondernemer die een vrachtauto in Canada koopt, heeft een probleem als bij de invoering blijkt dat deze vrachtauto (vanwege het gewicht) niet mag rijden op de Nederlandse wegen. Ook in dat geval is er sprake van een wilsgebrek. De koper wilde namelijk niet zomaar een vrachtauto, hij wilde een vrachtauto die kon rijden op de Nederlandse wegen. De koper heeft in dergelijke gevallen de mogelijkheid om de overeenkomst op grond van dwaling te vernietigen.

Van een wilsgebrek is ook sprake als een overspannen werknemer overstuur de zaak uitloopt en schreeuwt dat hij bij deze ontslag neemt en niet meer komt werken. Ook in een dergelijk geval kan de werknemer doorgaans - als hij er vroeg bij is - deze ontslagname weer intrekken. Het was immers niet zijn intentie om werkelijk ontslag te nemen.

 

Voorbeeld

Een verkoper biedt een auto aan die volgens de advertentie en de kilometerteller 25.000 km op de teller heeft staan. De auto wordt verkocht. Enkele weken na de aankoop komt de koper erachter dat de auto niet 25.000 km heeft gelopen maar 125.000 km. De verkoper heeft met de kilometerteller geknoeid. Koper kan zich dan uiteraard beroepen op dwaling. Hij kan stellen dat als hij had geweten dat de auto meer dan 25.000 km had gelopen, hij deze niet - of tegen een lagere prijs - zou hebben gekocht. In dit geval kan de koper zich ook beroepen op wanprestatie ofwel een toerekenbare tekortkoming van verkoper. De verkoper heeft niet geleverd wat afgesproken was. De consument kan in dit geval zowel een beroep doen op dwaling als op wanprestatie om er zo voor te zorgen dat de koop wordt teruggedraaid.

 


Wilsontbreken

Naast wilsgebreken kennen wij in Nederland ook de term wilsontbreken. Van wilsontbreken is sprake wanneer iemand juridisch gesproken iets verklaart dat net als bij wilsgebreken niet in overeenstemming is met zijn wil. Dit kan het geval zijn doordat iemand zich verspreekt, doordat iemand een simpele schrijffout maakt of doordat iemand niet toerekeningsvatbaar is en dat zijn wil om die reden niet wordt erkend. Dit is met name het geval wanneer iemand vanwege een stoornis in zijn of haar geestesvermogen niet voor zijn daden kan instaan.

Voorbeeld

Een veehouder (verkoper) op Texel, verkocht zijn boerderij aan H. Nog voordat de boerderij was overgedragen, werd de verkoper onder curatele gesteld wegens schizofrenie. Het bleek dat hij de boerderij had verkocht onder invloed van een waanvoorstelling. De veehouder dacht namelijk dat het spookte in zijn boerderij. De aangestelde curator trachtte de overdracht te voorkomen, stellende dat de verkoper de verkoop niet werkelijk had gewild, maar onder invloed van een geestelijke stoornis had gehandeld. In de procedure kwam vast te staan dat de koper niet kon vermoeden dat de verkoper onder invloed van waanvoorstellingen had gecontracteerd.

De Hoge Raad verwierp het beroep dat namens de verkoper werd gedaan. Hij oordeelde dat voor een beroep op wilsontbreken de wederpartij moest begrijpen dat de ander niet handelde uit werkelijke wil. Omdat de koper dit niet kon weten en te goeder trouw had gehandeld, moest de boerderij alsnog aan hem worden overgedragen.


Voorbeeld

Een huiseigenaar heeft zijn woning ver onder de marktwaarde verkocht. De verkoper vordert daarom dat de koper zijn verkochte woning verlaat. Als hij dat niet doet zal hij de woning laten ontruimen. De koper vordert op zijn beurt dat verkoper de verplichtingen uit de koopovereenkomst nakomt en dat hij dus in de door hem gekochte woning mag blijven wonen.

Verkoper zegt dat hij op het moment van verkoop door drugs-, alcohol- en medicijngebruik aan een geestelijke stoornis leed. Hij had dringend behoefte aan geld om drugs te kopen en daarom heeft hij zijn huis ver onder de marktwaarde verkocht. Verkoper heeft de koopovereenkomst op grond van een wilsgebrek buitengerechtelijk vernietigd. Koper stelt dat het wilsgebrek hem niet kenbaar was.

De rechter overwoog dat het aannemelijk is dat verkoper op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst gezien kon worden als een ernstig verslaafde man met mogelijk een persoonlijkheidsstoornis – ofwel een psychotische kwetsbaarheid -, die niet in staat was om zonder hulp naar behoren te functioneren. De koopovereenkomst is daarom onder invloed van de geestelijke stoornis gesloten. De verkoper zou het huis niet echt willen verkopen. De kopers konden vermoeden dat de overeenkomst onder invloed van de stoornis werd gedaan omdat deze vanwege de veel te lage verkoopprijs in het nadeel van de verkoper was.

Verder vond de rechter het aannemelijk dat het voor koper merkbaar was of moest zijn, dat verkoper onder invloed van een geestelijke stoornis handelde bij het sluiten van de koopovereenkomst.