“Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen hen rechtens geldt, zich jegens elkaar aan een vaststelling daarvan, bestemd om ook te gelden voor zover zij van de tevoren bestaande rechtstoestand mocht afwijken”. 

Wat is en wat heeft het tot doel?

Een vaststellingsovereenkomst is in tegenstelling tot andere overeenkomsten niet gericht op de toekomst in de zin dat bijvoorbeeld Piet een groene auto aan Jan levert en Jan aan Piet een bedrag (vóór of na de levering) voor de auto betaalt. De vaststellingsovereenkomst is een type overeenkomst die juist gericht is op beëindiging van een bepaalde geschil of onduidelijkheid die (dat) tussen partijen speelt of kan spelen). In veel gevallen bestaat onduidelijkheid over datgene waar iemand recht op "denkt" te hebben. De wil is gericht op het beëindigen van het geschil, maar ook op het beëindigen van een onzekerheid. 
 
Een aantal voorbeelden ter illustratie; 

  • Twee mensen hebben elkaar steeds geld over en weer uitgeleend zonder dat iemand heeft bijgehouden wie waar recht op heeft of aan de ander schuldig is; 
  • Onduidelijkheid over waar de grens precies ligt tussen twee stukken grond; 
  • Werknemer en werkgever willen wegens een duurzaam ontwrichte relatie uit elkaar en weten niet precies wat redelijke voorwaarden zijn (bijvoorbeeld de hoogte van de ontslagvergoeding) bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden.

 
Over bovenstaande onduidelijkheden kan men lange (en vooral kostbare) procedures voeren en proberen het onderste uit de kan te halen. Echter bestaat er altijd een risico dat degene die het onderste uit de kan wilde halen in het ongelijk wordt gesteld. In dat geval moet alsnog genoegen genomen worden met een lager bedrag dat ook nog eens verminderd wordt met de juridische kosten. Dergelijke financiële risico's kunnen beperkt worden als beide partijen bereid zijn wat water bij de wijn te doen en daarmee de kwestie op een bepaalde wijze "vast te stellen" en af te ronden.  
 
Het nadeel van zo'n vaststelling is dat de vaststelling leidend is. Als later blijkt dat iemand recht heeft op meer of minder dan heeft deze constatering in beginsel geen effect op de vaststellingsovereenkomst. De vaststellingsovereenkomst treedt als het ware in de plaats voor de eerdere onzekerheden. Zelfs als bijvoorbeeld in de voorwaarden van de verzekeraar staat dat je op basis van het indemniteitsbeginsel geen vergoeding mag ontvangen, waardoor de verzekerde in een voordeliger positie komt te verkeren, doet dit niets af aan het feit dat de verzekerde middels een vaststellingsovereenkomst toch in een betere positie komt. 
 
De mogelijkheid van bevoordeling (en dus ook benadeling) is dus ingebakken in het concept ‘vaststellingsovereenkomst’. Het feit dat je eruit wilt komen met elkaar, dat je er niet verder over wilt praten, dat je er een punt achter wilt zetten, impliceert eigenlijk het risico dat de ander achteraf bevoordeeld blijkt. Door de overeenkomst aan te gaan, accepteer je dus het risico en kun je achteraf niet klagen. 

Vaststellingsovereenkomst en dwaling

Stel dat je een vaststellingsovereenkomst met jouw werkgever hebt ondertekend waarin je heb afgesproken dat de werkgever jou € 20.000,- betaalt als beëindigingsvergoeding. Vier weken later kom je erachter dat de vergoeding die jij hebt gekregen maar de helft bedraagt van wat je zou ontvangen als de zaak voor de rechter zou zijn gekomen. De werkgever had namelijk geen enkele legitieme reden om jou te ontslaan. Bij juiste voorstelling van zaken (dat je namelijk maar de helft van waar je recht op hebt aangeboden krijgt) zou je namelijk nooit akkoord zijn gegaan met het bedrag van € 20.000,-. Kun je dan stellen dat je hebt gedwaald en om die reden de vaststellingsovereenkomst wil vernietigen zodat de zaak alsnog bij de rechter kan komen? 
 
Het probleem is dat een vaststellingsovereenkomst in beginsel niet vatbaar is voor vernietiging wegens dwaling. Dit heeft te maken met het feit dat de vaststellingsovereenkomst juist een einde maakt aan een bepaalde onzekerheid of een (toekomstig) geschil. In dit voorbeeld is de onzekerheid dat de werknemer niet weet wat de rechter aan ontslagvergoeding zal toewijzen. Er bestaat een reële kans dat de rechter een lager bedrag toewijst dan de aangeboden € 20.000 ,-. Omdat een eind gemaakt wordt aan een onzekerheid betekent dit dat contractspartijen na sluiting van de overeenkomst niet meer kunnen roepen dat zij niet wisten wat zij tekenden of dat zij niet wisten waar zij daadwerkelijk recht op hadden. 
 
De beslissing (het vaststellen van een vergoeding) die samen wordt of is genomen, brengt zekerheid over het onderdeel waar onzekerheid over bestond. Beide partijen hebben gedurende het onderhandelingsproces hun wensen kunnen uitspreken. Omdat beide partijen nauw bij het vaststellingsproces betrokken zijn, kunnen zij feitelijk niet dwalen over de inhoud van de vaststellingsbeslissing. Er kan natuurlijk over een ander onderdeel gedwaald worden (bijv. een zekerheid die als uitgangspunt is genomen voor de onderhandelingen), maar niet over het deel waar de vaststellingsovereenkomst duidelijk wenst te verschaffen. 
 
Voorbeeld:

Stel dat je heel veel verlies hebt geleden door bij een bank in opties te handelen. Je spreekt de bank aan en krijgt als reactie te horen dat je geen enkel recht hebt op een schadevergoeding. Daarnaast verzwijgt de bank dat er een klachtencommissie bestaat. Vervolgens biedt de bank een schadevergoeding aan van 10% en de rest wordt als lening/hypotheek verstrekt. Achteraf kom je erachter dat in soortgelijke gevallen een vergoeding wordt betaald van 75% en wel via de klachtencommissie. De bank heeft rekening te houden met de belangen van een klant en het feit dat een bank onjuiste of incomplete informatie verstrekt is volgens de rechtspraak onacceptabel. 

In strijd met de wet?

De wet zegt met zoveel woorden dat een vaststellingsovereenkomst ook geldig is als deze in strijd blijkt te zijn met wettelijke regels. Dit geldt niet als de vaststellingsovereenkomst naast de strijdigheid met de wet ook naar haar inhoud en/of strekking in strijd komt met de openbare orde of de goede zeden. 

Voorbeeld:

Bij een vierde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt ook een vaststellingsovereenkomst gesloten omdat voor beide partijen niet duidelijk is of het contact voor bepaalde tijd geldt als bepaalde tijd of transformeert naar een contract voor onbepaalde tijd. Met de vaststellingsovereenkomst wil de werkgever duidelijkheid hebben over de einddatum van het contact. In dat geval maakt het niet uit of de arbeidsovereenkomst vanzelf eindigt door louter tijdsverloop om omgezet is naar een contact voor onbepaalde tijd. 

In elk geval eindigt de arbeidsrelatie op de afgesproken datum die vermeldt staat in de vaststellingsovereenkomst. Ook als de einddatum in het contract voor bepaalde tijd niet geldig blijkt te zijn wegens (directe of indirecte) strijd met de wet. De vaststellingsovereenkomst blijft dus geldig en de arbeidsrelatie eindigt conform de inhoud van die vaststellingsovereenkomst. 
 

Vernietiging wegens dwaling

In sommige gevallen kan een vaststellingsovereenkomst wel vernietigd worden op grond van dwaling. Denk daarbij aan een situatie waarbij er door een partij bewust een onjuiste voorstelling van zaken is gegeven.