Een huis kopen doet men, getrouwd of samenwonend, meestal op beider namen. Dit geldt in de meeste gevallen ook voor de hypotheek. Wanneer er sprake is van een echtscheiding of verbroken relatie, dan is het denkbaar dat één van de partners in het huis blijft wonen. In dat geval zal de woning bij het kadaster via een akte van verdeling volledig op naam van die partner ingeschreven moeten worden. De bestaande hypotheek kan overgenomen worden of er kan een nieuwe hypotheek worden afgesloten waarmee de oude hypotheekschuld geheel afgelost wordt. De woning kan tussen het moment van aankoop en het moment van uit elkaar gaan in waarde zijn gestegen of gedaald. Daarbij zal de ene partner de andere financieel tegemoet moeten komen. 

Als men onder huwelijkse voorwaarden is getrouwd, dan zal de inboedel verdeeld worden zoals in de huwelijkse voorwaarden door de notaris is vastgelegd. Als er geen huwelijkse voorwaarden bij een notaris zijn opgesteld, dan ben je getrouwd in gemeenschap van goederen. Dit betekent dat alle eigendommen, en alle schulden, gemeenschappelijk zijn. Bij een echtscheiding zullen alle bezittingen in het algemeen 50/50 verdeeld moeten worden.

NB: In dit artikel gaan we uit van de situatie dat je in gemeenschap van goederen bent getrouwd.

 

Wat valt onder het gemeenschappelijk vermogen en wat kan er verdeeld worden?

Onder het gemeenschappelijk vermogen vallen alle bezittingen en schulden waarvan niet bewezen kan worden dat het één van de partners toebehoort. Bij het verdelen van alle bezittingen en schulden zal er doorgaans onderscheid gemaakt moeten worden tussen de inboedel, de woning en financiële zaken.

 

Inboedel

Met de inboedel wordt de gehele huisraad bedoeld: alle voorwerpen in het huis, de garage en de schuur vallen hier onder, met uitzondering van kleding. De partners kunnen bij het verdelen van de inboedel onafhankelijk van elkaar beginnen met het maken van een lijst met voorwerpen die voor hen van waarde zijn.

 

De woning

De woning zal dikwijls worden verkocht of met bijbehorende hypotheek aan jou of je ex-partner worden toegewezen. Wanneer de woning wordt verkocht en de marktwaarde van de woning hoger is dan de resterende hypotheekschuld, wordt het resterende geld verdeeld tussen beide partners. Wanneer de hypotheekschuld hoger is dan de marktwaarde van de woning wordt de restschuld verdeeld tussen de partners. Een taxateur kan worden ingeschakeld in het geval van onenigheid over de waarde van de woning.

 

Financiële zaken

Bij het verdelen van financiële zaken gaat het om bankrekeningen, verzekeringen en lijfrenten. Om de waarde van levensverzekeringen en lijfrenteverzekeringen te bepalen, wordt uitgegaan van de zogenaamde afkoopwaarde.

Uiteindelijk wordt de verdeling van de inboedel, woning en financiële zaken door een advocaat vastgelegd in een formeel document: het echtscheidingsconvenant.

 

Hoe kan de verdeling van de inboedel aangepakt worden?

Bij het verdelen van de inboedel moet nagegaan worden wat er onder de inboedel valt, wie wat krijgt, en wat de waarde van de spullen is. Bij goederen met grote waarde is het mogelijk om een afkoopbedrag vast te stellen.

 

Waardebepaling

De waarde van de inboedel bepalen is niet gemakkelijk. Veel meubelen verliezen in de loop van de jaren hun waarde. Om de waarde toch te bepalen kan een redelijke nieuwprijs of tweedehandsprijs als uitgangspunt genomen worden. Dit is meestal een laag bedrag. Daarom kun je de inboedel het beste verdelen in plaats van elkaar uitkopen. Daarbij moet je bij de verdeling dus uitgaan van de dagwaarde en niet van de aankoopwaarde of nieuwwaarde. 

Wanneer een van de partners toch een volledig nieuwe inrichting moet aanschaffen, kan als prijsindicatie gebruik gemaakt worden van de prijzengids van het Nibud. De staat van de inboedel van de voormalig echtelijke woning bepaalt welke bijdrage de beide partners daar aan leveren.

 

Herinrichtingskosten

Als na de verdeling van de inboedel blijkt dat de ene partner meer spullen van waarde heeft gekregen dan de andere partner, kan daarvoor een uitkoopbedrag bepaald worden. 

Wanneer een partner partneralimentatie en/of kinderalimentatie moet betalen, niet genoeg geld heeft om de andere partner uit te kopen en hierdoor bij de verdeling minder krijgt dan waar hij of zij recht op heeft kan er afgesproken worden dat de onderbedeelde partner gedurende een bepaalde periode extra kosten mag opvoeren (bijv. herinrichtingskosten) waardoor zijn of haar draagkracht iets minder wordt en voor die periode minder alimentatie hoeft te betalen. Op deze manier wordt de onderbedeling enigszins gecompenseerd.

 

Verhuiskostenvergoeding

Wanneer de ene partner in de voormalig echtelijke woning blijft wonen en de andere partner gaat verhuizen, zal dit voor de verhuizende partner meer kosten met zich meebrengen. Als vergoeding van deze extra kosten kan er een geldsom aan verhuisvergoeding vastgesteld worden.

 

Wat valt niet onder het gemeenschappelijk vermogen?

Bezittingen of vermogensbestanddelen die niet onder het gemeenschappelijk vermogen vallen hoeven niet verdeeld te worden.

  • Een erfenis met uitsluitingsclausule. Een erfenis valt buiten de gemeenschap van goederen wanneer op deze erfenis een uitsluitingsclausule van toepassing is, waarin gespecificeerd wordt dat de geërfde goederen niet in de gemeenschap mogen vallen.
  • Verknochte goederen en schulden. Dit zijn goederen en schulden die op een bijzondere manier aan een persoon zijn verbonden. Voorbeelden zijn een invaliditeitspensioen of smartengeld.

In principe heeft elke partner bij de verdeling van bezittingen en schulden recht op de helft. In de praktijk zal een woning of onderneming niet in tweeën gehakt worden en zal de rechter een woning of onderneming aan de ene partner moeten toewijzen en de helft van de waarde in geld aan de andere.

 

Verhaal en draagplicht van schulden na de echtscheiding

Een schuldeiser van één van de partners mag beslag leggen op alle goederen die behoren tot het beëindigde gemeenschappelijke vermogen. In dit gemeenschappelijke vermogen vallen alle goederen/zaken die tot de gemeenschap behoorden op het moment dat de echtscheiding werd ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.