De Nederlandse staat moet gezien worden als een groot openbaar lichaam dat is opgebouwd uit verschillende kleinere lichamen, zoals de provincies en gemeenten en die bestaan weer uit organen, zoals de Provinciale Staten en de Gemeenteraad. De verschillende lichamen hebben publiekrechtelijke bevoegdheden. De staat mag bijvoorbeeld geen boetes opleggen of vergunningen verlenen. Deze bevoegdheden zijn overgedragen aan de organen van het lichaam: de bestuursorganen.

Het is van belang te bepalen of een instantie een ‘bestuursorgaan’ is. Wanneer u het niet eens bent met een beslissing van een overheidsinstantie en deze wordt aangemerkt als bestuursorgaan, kunt u alleen gebruik maken van de bestuursrechtelijke rechtsmiddelen. Dit zijn bijvoorbeeld de bezwaarschriftprocedure en het administratieve beroep. Wanneer deze niet aangemerkt wordt als bestuursorgaan, staat de civiele procedure open. Hierbij kunt u naar de burgerlijke rechter stappen.



Wat zegt de wet?

De wet heeft het over twee soorten bestuursorganen: de a-organen en de b-organen.

Een a-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon die door publiekrecht is ingesteld. Ingesteld door publiekrecht betekent dat de rechtspersoon in de wet moet worden genoemd. Zo is bijvoorbeeld de Gemeente een in de wet genoemd rechtspersoon. Haar organen zijn in de Gemeentewet omschreven: de Gemeenteraad, de Burgemeester en het College van burgemeester en wethouders]. Deze organen zijn dus bestuursorganen van de Gemeente.

Een b-orgaan is een ander persoon die, of college dat, enig openbaar gezag heeft. Dit is lastiger vast te stellen, omdat deze organen niet zijn opgesomd in de wet. Het criterium is slechts of er sprake is van openbaar gezag. Hier is sprake van wanneer een persoon of college eenzijdig rechten en plichten kan opleggen aan de burger en kan bepalen over een publieke taak (een taak van de overheid of wat door de overheid wordt gefinancierd).

Wanneer een b-orgaan privaatrechtelijke taken uitvoert, is zij geen bestuursorgaan. Privaatrechtelijke taken zijn taken die u ook kunt uitoefenen, zoals het kopen van een bank of het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Zij is enkel een bestuursorgaan wanneer zij publieke taken uitvoert. Dit wordt een incidenteel bestuursorgaan genoemd.



Zelfstandige bestuursorganen

Een zelfstandig bestuursorgaan is een orgaan dat bestuurstaken of –bevoegdheden heeft. Hij is bij het uitvoeren niet volledig hiërarchisch ondergeschikt aan de bestuursorganen van de rijksoverheid. Zelfstandige bestuursorganen zijn dus niet volledig ondergeschikt aan bijvoorbeeld de minister, maar de minister is wel verantwoordelijk voor het beleid dat een zelfstandig bestuursorgaan uitvoert en voor het toezicht daarop. De taken van zelfstandige bestuursorganen staan in de wet. Voorbeelden van zelfstandige bestuursorganen zijn de Kamer van Koophandel, Sociale Verzekeringsbank en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).


Of dit a- of b-organen zijn, wordt bepaald aan de hand van de criteria die hiervoor gegeven zijn. Er is dus sprake van een a-orgaan wanneer het orgaan deel uitmaakt van een publiekrechtelijk rechtspersoon. Wanneer er een orgaan is dat deel uitmaakt van een privaatrechtelijk rechtspersoon, is er een b-orgaan.



Voorbeelden

A-organen

De rechtspersonen zijn limitatief in de wet genoemd. Dit zijn de Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen en andere lichamen die in de Grondwet verordenende bevoegdheden hebben gekregen. Dit zijn bevoegdheden om algemene regels op te stellen die de burgers binden.

In de inrichtingswetten van deze rechtspersonen worden hun organen genoemd. Zo zijn de Provinciale Staten, het College van gedeputeerde staten en de Commissaris van de Koning bestuursorganen van de provincies en het algemene bestuur, het dagelijkse bestuur en de voorzitter bestuursorganen van de waterschappen.

B-organen

Een b-orgaan is de APK-keurder. Hij heeft zijn bevoegdheid tot het keuren van auto’s gekregen in de Wegenverkeerswet. Het keuren gebeurt doorgaans in de garage. Wanneer de garage een autoband vervangt, is zij geen bestuursorgaan. Zij is dit alleen wanneer zij wanneer zij keuringsbewijzen afgeeft. 

Een notaris is een b-orgaan wanneer hij of zij bevoegdheden uitoefent die hem zijn gegeven in de Wet op het notarisambt.

De Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR) wordt ook gezien als een b-orgaan. Zij mag onderzoek doen naar de rijvaardigheid en rijbewijzen afgeven. Deze bewijzen worden alleen afgegeven wanneer iemand over voldoende rijvaardigheid beschikt. Zonder een rijbewijs is het bijvoorbeeld verboden een auto te besturen. Het CBR is dus met openbaar gezag bekleed. Zij kan eenzijdig besluiten dat iemand over voldoende rijvaardigheid beschikt.

Zelfstandige bestuursorganen

Het Centraal bureau voor de statistiek is een zelfstandig bestuursorgaan. De wet heeft gesteld dat zij rechtspersoonlijkheid bezit. Dit is dus een a-orgaan.

Een zelfstandig b-orgaan kan een stichting zijn of een NV die van de wet bevoegdheden heeft gekregen, zoals de Stichting Autoriteit Financiële Markten.



Geen bestuursorgaan

Het kan zijn dat een orgaan op basis van de criteria een a- of b-orgaan is, maar dit uiteindelijk niet is, omdat zij een wettelijke uitzondering is. Geen bestuursorganen zijn namelijk:

  • de wetgevende macht;
  • de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en deze in vereniging als de Staten-Generaal;
  • onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast, zoals de Raad voor de rechtspraak en het College van afgevaardigden;
  • de Raad van State en zijn afdelingen
  • de Algemene Rekenkamer;
  • de Nationale ombudsman, de substituut-ombudsman, de ombudsmannen en ombudscommissies;
  • de besturen, voorzitters, commissies, leden, griffiers en secretarissen van de hierboven genoemde organen, de procureur-generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal en de advocaten-generaal bij de Hoge Raad;
  • de commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en haar afdelingen.