Wie kunnen de kantonrechter vragen de arbeidsovereenkomst te ontbinden?

Zowel de werkgever als de werknemer kunnen de kantonrechter vragen de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
 

Redelijke gronden

Een opzegging via het UWV kan op grond van twee redelijke gronden. Voor de overige redelijke gronden die in de wet staan genoemd gaat de opzegging via de kantonrechter. Deze gronden worden gezamenlijk aangeduid als ‘persoonsgebonden gronden’. Een verzoek tot ontbinding via de kantonrechter is ook mogelijk als het UWV toestemming heeft geweigerd. De volgende gronden vallen onder de persoonsgebonden gronden:

  • Frequent ziekteverzuim.

  • Disfunctioneren werknemer (niet wegens ziekte of gebreken).

  • Verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.

  • Gewetensbezwaar werknemer bij het werk.

  • Verstoorde arbeidsverhouding.

  • Vangnetbepaling.

  • Cumulatiegrond.

Door de invoering van de Wet Arbeid in Balans (WAB) is sinds 1 januari 2020 een nieuwe ontslaggrond toegevoegd, de cumulatiegrond. De cumulatiegrond is een combinatiegrond van omstandigheden genoemd in twee of meer van de persoonsgebonden gronden, die zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet meer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Als de kantonrechter het ontbindingsverzoek op de cumulatiegrond toewijst, kan hij de werknemer een aanvullende vergoeding toekennen, ten hoogste van de helft van de transitievergoeding.

Elke grond bevat een aantal criteria die voor het overzicht in de opsomming buiten beschouwing zijn gelaten. Ingeval u meer over een grond wil weten situatie, kan u ons hiervoor benaderen.

 

Waarom de rechter betrekken? Er kunnen redenen zijn voor zowel de werkgever als de werknemer zijn om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Beide partijen kunnen over dit punt een akkoord bereiken, maar bijvoorbeeld niet over de voorwaarden waaronder de ontbinding wordt bewerkstelligd. Dan kan een gang naar de rechter uitkomst bieden.