In het dagelijks leven komt het regelmatig voor dat een cafébezoeker verplicht is zijn jas af te geven bij de garderobe of dat auto’s en caravans wegens ruimtegebrek of het besparen van wegenbelasting gestald worden in een loods. Een ander voorbeeld is dat van de buurman die op de woning van de buren past gedurende hun vakantie. In veel gevallen vinden deze ‘diensten’ plaats tegen betaling. 
 
Juridisch gezien kunnen dit voorbeelden zijn van een bewaarnemingsovereenkomst. Deze overeenkomst komt in beginsel tot stand doordat de een de ander vraagt een zaak voor hem of haar te bewaren (aanbod) en de ander accepteert dit aanbod (aanvaarding). Hieronder wordt besproken wat een bewaarnemingsovereenkomst is en welke spelregels de wet hierbij stelt. 
 
In de wet staat dat de bewaarneming een overeenkomst is waarbij de bewaarnemer, zich tegenover de bewaargever verbindt een bepaalde zaak die de bewaargever in de macht van de bewaarnemer stelt, te bewaren en terug te geven. Wanneer hiervan sprake is wordt de bewaarnemer houder van de zaak voor de bewaargever. De bewaargever hoeft overigens geen eigenaar te zijn. 
 
Deze overeenkomst moet onderscheiden worden van de verbruikleenovereenkomst (waarbij de bewaarnemer verplicht is een kwalitatief soortgelijke zaak terug te geven in plaats van de exacte zaak zoals hij deze heeft ontvangen) en de huurovereenkomst (in dit geval wordt een ruimte gehuurd waarbinnen iemand iets mag stallen. Dan is geen goed in bewaring gegeven, maar huurt iemand een plek waarvan hij ook de sleutel krijgt zodat de huurder er de macht over houdt) omdat er behoorlijk wat gelijkenissen zijn tussen deze overeenkomsten. 
 
Essentieel voor de overeenkomst van bewaarneming is dat de bewaarnemer verplicht is dezelfde zaak terug te geven. Anders dan bij een huurovereenkomst, ligt het accent bij de overeenkomst van bewaarneming niet op het gebruik van de zaak maar op het bewaren ervan. Bij bewaarneming geldt een zwaardere aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid en een zwaardere zorgplicht dan bij een huurovereenkomst. Op de bewaarnemer rust immers de verplichting om na het einde van de overeenkomst de zaak weer in goede staat terug te geven. De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de exploitant bij een huurovereenkomst is beperkt tot opzet of grove schuld van de exploitant, bij eventuele schade. 
 

Verplichtingen bij bewaarneming

Wanneer een bewaarnemer zijn vak professioneel uitvoert, is de bewaargever volgens de wet ‘loon’ verschuldigd. Wanneer de bewaarnemer niet professioneel opereert dan is er niet verplicht loon verschuldigd. In de praktijk wordt professionele bewaarneming vrijwel altijd tegen bewaarloon verricht. In beide gevallen is de bewaargever verplicht de onkosten te betalen aan de bewaarnemer die niet in het loon zijn doorberekend. 
 
Ook onverwacht redelijk noodzakelijke kosten moet de bewaargever in principe vergoeden. Denk hierbij aan een paard dat opeens ziek wordt terwijl de eigenaar op vakantie is. De kosten die gemaakt worden voor een dierenarts en medicijnen zullen dus wel betaald moeten worden. 
 
Schade veroorzaakt door de zaak komt voor rekening van de bewaargever. Dit is een risicoaansprakelijkheid. Deze schade kan verminderd worden wanneer er sprake is van ‘eigen schuld’. In dat geval heeft de bewaarnemer zich niet gedragen zoals dit van een goed bewaarnemer verwacht mag worden. De schade kan veroorzaakt zijn door de enkele aanwezigheid van de zaak en maar ook doordat de zaak wordt gebruikt om de zaak in goede staat terug te kunnen geven (bijvoorbeeld het berijden van een paard zodat het paard gezond blijft).  
 
Wanneer de bewaargever de schade niet betaalt, kan de bewaarnemer zich beroepen op het retentierecht en de zaak niet teruggeven totdat de rekening en de schade is betaald. Dit geldt ook voor de onder-bewaarnemer die later in dit artikel ter sprake komt.

De zorg van een goed bewaarnemer

De bewaarnemer moet de zorg van een goed bewaarnemer betrachten. Wat dit is, moet beoordeeld worden aan de hand van de volgende maatstaf: wat zou een goed bewaarnemer in soortgelijke omstandigheden hebben gedaan? Om deze vergelijking te voorkomen, is het handig dat partijen vooraf zo concreet mogelijk afspreken wat ze van elkaar verwachten en eisen. 
 
Daarnaast is het verstandig bepaalde voorzorgsmaatregelen te nemen zoals het afsluiten van een goede verzekering die eventuele schade vergoedt en waarvan de kosten aan de bewaargever kunnen worden doorberekend. Deze verzekeringskosten zijn namelijk gemaakt voor de bescherming en het behoud van de zaak. Ook zal de professionele bewaargever voor goede hulpstukken moeten zorgen zodat de zaak goed bewaard kan worden. 
 

Gebruik van de bewaarde zaak en onderbewaringneming

De bewaarnemer mag de bewaarde zaak alleen gebruiken of onderbewaring geven als hij uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming heeft gekregen van de bewaargever of wanneer gebruik of onderbewaring geven van de zaak nodig zodat deze in goede staat teruggegeven kan worden. 
 

Aansprakelijkheid

Wanneer de zaak beschadigd of verloren raakt, is de bewaarnemer aansprakelijk wanneer hij niet de zorg heeft betracht die in redelijkheid van hem mag worden verwacht, tenzij dit in de overeenkomst uitdrukkelijk anders is afgesproken. 
 
Voor schade ontstaan door de onder-bewaarnemer is de (hoofd)bewaarnemer aansprakelijk, tenzij de hoofdaannemer geen bewaarloon ontvangt omdat dit aan de onder-bewaarnemer wordt betaald. Dit geldt ook wanneer de onder-bewaarneming noodzakelijk was door omstandigheden die de (hoofd)bewaarnemer niet toe te rekenen zijn of wanneer de bewaargever de bewaarnemer geen toestemming heeft gegeven om zijn zaak in "onder-bewaring" te geven. Wanneer hij een onder-bewaarnemer uitkiest die niet goed omgaat met de zaak kan de bewaarnemer wel verweten worden met schuldaansprakelijkheid (6:75 BW) tot gevolg. 
 
De bewaargever kan zowel de bewaarnemer vanwege aansprakelijkheid voor zijn hulppersonen/niet-ondergeschikten als de onder-bewaarnemer op grond van onrechtmatige daad aanspreken op de schade, tenzij er tussen de bewaarnemer of lastgever en onder-bewaarnemer een exoneratieclausule bestaat. 
 
Zelfs als de onder-bewaarder de zaak nogmaals in onder-onder-bewaring geeft aan een ander kan die onder-onder-bewaarnemer zich op de exoneratieclausule tussen de eerste bewaarder en de tweede onder-bewaarder beroepen. Het beroep op de exoneratieclausule gaat niet op wanneer de bewaarnemer stelt en kan bewijzen dat hij geen reden had om aan de bevoegdheid te twijfelen om de zaak nogmaals onder-bewaring te geven. 
 
Wanneer een zaak aan twee of meer bewaarnemers wordt toevertrouwd, zijn zij allemaal hoofdelijk verbonden tot teruggave van de zaak en tot vergoeding van de eventuele schade die ontstaat door een tekortschieten in die bewaarnemingsverplichting. Deze plicht ziet ook toe op de schadevergoeding die ontstaat doordat de zaak zelf teniet is gegaan of beschadigd is. Hoofdelijke aansprakelijkheid ontbreekt alleen wanneer de tekortkoming aan geen van beide bewaarnemers is toe te rekenen.