Een systeemkast die gevuld blijkt te zijn met een paar bakstenen is een bekende uit de lange lijst met trucjes die oplichters gebruiken om hun slachtoffers geld afhandig te maken. Een verkoper die opzettelijk onjuiste informatie over essentiële punten verstrekt kan hiermee ook de koper misleiden. Helemaal niets zeggen over bepaalde eigenschappen van een product leidt niet zonder meer tot bedrog.
Van bedrog zal pas sprake kunnen zijn als de verkoper wist of moest weten dat de koper belang had bij de verzwegen informatie. Buiten deze kunstgrepen (bakstenen in een systeemkast, opzettelijk verzwijgen of bewust onjuiste informatie verstrekken) zijn er talloze andere kunstgrepen die leiden tot een geslaagd beroep op bedrog met alle gevolgen van dien.


 

Categorieën van bedrog

1)   Opzettelijk onjuiste mededeling

Voor bedrog is één onjuiste mededeling voldoende. Daarbij moet wel rekening gehouden worden met opmerkingen waar niet al te veel waarde aan gehecht moet worden. Aan een algemene opmerking van een verkoper op de markt die van mening is dat zijn tomaten van de beste kwaliteit zijn of een advertentie in de plaatselijke krant met opzettelijk onjuiste mededelingen om zoveel mogelijk mensen te bewegen producten te kopen, hoeft men niet veel waarde te hechten. Wanneer de verkoper van een woning zegt dat het dak een maand is gerenoveerd en achteraf niet waar blijkt te zijn is er duidelijk sprake van een onjuiste mededeling die een beroep op bedrog rechtvaardigt.

2)   Opzettelijke verzwijging

Hierbij gaat het om dingen die gezegd moeten worden. Dit kan bijvoorbeeld voortvloeien uit de zorgplicht van bijvoorbeeld een financieel of hypotheek adviseur. Iets moeten zeggen is wat anders dan iets vergeten waarvan men weer dat kennis daarvan niet van doorslaggevende betekenis is. Het probleem bij deze kunstgreep is dat de benadeelde moet bewijzen dat iets opzettelijk verzwegen is. Wat uiteraard erg lastig is aangezien verkopers klanten op onverwachte momenten (telefonisch) benaderen. 

3)   Andere kunstgrepen

Wat onder andere kunstgrepen kan worden verstaan is bijvoorbeeld het valselijk opmaken of vervalsen van (officiële) stukken, het opgeven van een valse of andermans naam en adres, een valse hoedanigheid aannemen (uitgeven voor taxateur, arts of advocaat terwijl diegene die bevoegdheid niet heeft. 


Geslaagd beroep op bedrog

Bedrog, dwaling en misleiding lijken erg veel op elkaar. Het doel bij deze vormen van wilsgebreken is dat de ene partij de ander (het slachtoffer) opzettelijk op basis van een onjuiste voorstelling van zaken een overeenkomst laat sluiten die het slachtoffer bij juiste voorstelling van zaken niet zou sluiten. Om een beroep op bedrog te laten slagen moet worden voldaan aan de volgende 2 voorwaarden:

  1. Opzet om de ander te misleiden.
     
  2. Causaal verband; de bedrogene zou zonder het bedrog de rechtshandeling niet of niet onder dezelfde voorwaarden hebben verricht.

 


Opzet

De eerste van de twee cumulatieve voorwaarden is opzet. Opzet op zichzelf is lastig te bewijzen omdat een ander dan de persoon die opzettelijk iets doet niet makkelijk kan vaststellen of iets expres gedaan is of niet. Gelukkig valt hier ook ‘voorwaardelijke opzet’ onder. Dit houdt in dat wanneer iemand zich bewust is van de aanmerkelijke kans dat zijn bedrog de ander tot een voor hem nadelige rechtshandeling toe zal zetten en hij dit gevolg voor lief neemt, er aan het opzetvereiste is voldaan. Hier wordt aansluiting gezocht bij wat een redelijk denkend mens onder gelijke omstandigheden moet of behoort te weten.


Causaal verband

Bij deze voorwaarde moet duidelijk zijn dat wanneer de persoon op de hoogte was van de juiste feiten en omstandigheden dat hij of zij de overeenkomst nooit zou aangaan. 


Is er bij bedrog een onderzoeksplicht?

Bij bedrog geldt geen onderzoeksplicht. Er is met andere woorden geen enkele rechtvaardiging bij bedrog. Ook niet door te stellen dat dat het slachtoffer door een "simpel" onderzoek had kunnen vaststellen dat de feiten of mededelingen niet juist waren. Het zou onredelijk zijn om een bedrieger te beschermen omdat de ander minder kennis heeft, beter had moeten opletten of gewoon van naïef is. Wanneer een persoon wordt bijgestaan door een deskundige is de kans op een geslaagd beroep op bedrog kleiner. Waardoor de deskundige op grond van wanprestatie kan worden aangesproken door het slachtoffer. 


Gevolgen van bedrog; vernietigbaarheid

Bij bedrog kan de overeenkomst of de rechtshandeling buiten rechte vernietigd worden. Uiteraard kan de bedrogene de rechter (in rechte) verzoeken de overeenkomst te vernietigen. Na vernietiging wordt de rechtshandeling geacht nooit te zijn uitgevoerd. De overeenkomst heeft als het ware ook nooit bestaan. Na deze vernietiging ontstaat er een soort ongedaanmakingsverbintenis die tot doel heeft dat partijen alles wat zij over en weer geleverd hebben terug moeten geven of krijgen. De rechter kan niet op eigen houtje vaststellen dat een rechtshandeling vernietigd moet worden omdat er sprake is van het wilsgebrek; bedrog. Een ander effect is bijvoorbeeld dat de verkoper bij vernietiging van de verkoop van zijn of haar woning hij of zij altijd eigenaar van de woning is gebleven. Naast vernietiging kan de rechter op verzoek de overeenkomst aanpassen.