Overlast en hinder kunnen onder omstandigheden als een gebrek worden aangemerkt. Hiervoor zijn twee vragen doorslaggevend: ten eerste wordt de overlast aan de hand van objectieve maatstaven ook als overlast ervaren, en ten tweede heeft de verhuurder middelen om de huurovereenkomst met de overlastveroorzaker te doen eindigen. 

Een huurder die heavy metal muziek afspeelt zal waarschijnlijk eerder een klagende buurman hebben als deze niet van metal houdt. De overlast mag niet subjectief zijn. In de rechtspraak wordt de overlast geobjectiveerd. Overlast is 'gedrag dat afwijkt van hetgeen in het maatschappelijke verkeer betaamt'. Als overlast volgens objectieve maatstaf ook overlast is, is de eerste vraag bevestigend beantwoord.

Een huurder heeft een huurovereenkomst met de verhuurder. De huurder heeft het recht op ongestoord woongenot. Als het woongenot niet door de verhuurder verstrekt kan worden ontstaat er een gebrek. Overlast en hinder kunnen ook aangemerkt worden als gebrek. Dit is alleen het geval als de tweede vraag ook bevestigend beantwoord wordt.

In geval van niet te dulden overlast is de verhuurder gerechtigd ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen. Van de huurder wordt verlangd dat hij zelf zo veel mogelijk de overlast doet beëindigen. Onder omstandigheden, in het bijzonder bij structurele geluidsoverlast, kan echter alleen ontbinding van de huurovereenkomst oplossing bieden. De verhuurder kan in dat geval gehouden worden gerechtelijke stappen te nemen. Soms heeft de overlastondervindende huurder recht op schadevergoeding.