Een huurder wil wonen in een huis waar hij zich thuis voelt. Het kan zijn dat hiervoor een aanpassing nodig is. Dat kan een ander kleurtje op de muur of een bad in de badkamer zijn. De huurder is geen eigenaar van de woning, dus mag hij de woning zomaar aanpassen?

Let op! Onderstaand geldt enkel voor veranderingen aan de binnenzijde van het gehuurde. Op de buitenzijde is dit niet per definitie van toepassing. Wel kunnen deze regels van toepassing verklaard worden middels een beding.

 

Wat zegt de wet?

In de wet is een hoofdregel te vinden die het geheel of gedeeltelijk veranderen van de inrichting of gedaante van het gehuurde zonder toestemming van de verhuurder verbiedt. Er is in beginsel geen toestemming vereist voor veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten ongedaan gemaakt of verwijderd kunnen worden. Hiermee wordt bedoeld dat aanpassingen die verwijderd kunnen worden zonder kosten of met slechts geringe kosten, toegestaan zijn.

 

Toestemming

De verhuurder is wettelijk verplicht toestemming voor een aanpassing te verlenen, tenzij de verandering het gehuurde schaadt of leidt tot een waardedaling. Deze twee uitzonderingen kunnen gezien worden als voorwaarden. Als aan beide voorwaarden is voldaan, dus wanneer de verandering schade aanbrengt en leidt tot een waardedaling, hoeft de verhuurder geen toestemming te geven. Is hier niet aan voldaan? Dan moet de verhuurder zijn toestemming verlenen.

Verleent de verhuurder de toestemming onterecht niet? Dan kan de huurder naar de rechter stappen en toestemming vorderen. De rechter geeft deze toestemming in alle gevallen waarin de verhuurder in eerste instantie toestemming had moeten geven. Daarnaast kan de vordering worden toegewezen indien de veranderingen noodzakelijk zijn voor het doelmatig gebruik van het gehuurde of de aanpassing het huurgenot verhoogt. Toestemming wordt niet gegeven als er zwaarwegende bezwaren aan de zijde van de verhuurder staan. Denk aan risico’s vanuit een bouwkundig oogpunt, zoals instortingsgevaar.

De rechter mag voorwaarden verbinden aan zijn toestemming of een last opleggen. Zo kan hij bijvoorbeeld de voorwaarde stellen dat de huurder een vergunning bij de gemeente moet aanvragen of als last een huurprijs verhoging opleggen.

 

Einde van de huurovereenkomst

De huurder moet na het eindigen van de huurovereenkomst het gehuurde verlaten. De vraag die nu aan de orde komt, is of de huurder de aangebrachte veranderingen moet verwijderen. Wettelijk verplicht is het niet. Wel verplicht is het gehuurde in dezelfde staat op te leveren als waarin deze is ontvangen. Toch zal het antwoord in beginsel ‘nee’ zijn. Geoorloofde veranderingen vallen namelijk buiten de plicht om het gehuurde in dezelfde staat terug te brengen. Onder geoorloofde veranderingen vallen zowel de veranderingen zonder noemenswaardige kosten als de veranderingen waarvoor toestemming is gegeven. Echter kan de verwijderplicht voor geoorloofde veranderingen wel contractueel worden opgenomen.